Hielpijn = hielspoor?
‘Goedemorgen ik meld mij met hielpijnklachten, op de echo is er een hielspoor waargenomen’. Dit hoor ik vaker terugkomen tijdens een eerste kennismaking…Oké, maar is dit daadwerkelijk de oorzaak van uw pijnklachten? Meestal niet namelijk… om antwoord te krijgen op deze vraag is het van belang om te weten wat een hielspoor eigenlijk is?
Hielspoor is een calcificering van de dieper gelegen peesaanhechting op het hielbot (de calcaneus). Een calcificering is een verkalking die optreedt door langdurige trekkracht op een pees/botaanhechting. Het bijzondere is dat 25% a 30% van de bevolkingsgroep een calcificatie heeft bij deze spieraanhechting. Maar gelukkig zijn er veel minder hielpijnklachten (uit onderzoek blijkt dat 1 op de 8 mensen in zijn leven te maken krijgt met deze vervelende voetklacht). De incidentie en prevalentie van klachten zijn 7.9 mannen en 8.6 vrouwen per 1000 patiënten. Boven de 45 jaar neemt deze toe. (www.nhg.org). Dus uit röntgen of echografisch onderzoek kan naar voren komen dat u een hielspoor heeft, maar eigenlijk bent u dan nog steeds niets wijzer en weet u dan nog steeds niet wat de pijnklacht veroorzaakt.
Wat is hielpijn dan wel? Hielpijn is een diversiteit aan klachten aan de hiel, maar de meest voorkomende is een ontsteking van de plantaire peesplaat. Deze peesplaat loopt van de aanhechting op het calcaneus naar de voorvoet toe en spreidt zich uit richting de tenen. De meest herkenbare klacht is de opstartpijn, na een lange tijd zitten of in de ochtend tijdens het opstaan uit bed.
Deze peesplaat gaat niet op eigen houtje zichzelf irriteren. Hiervoor zijn legio aanleidingen nodig.
Als we naar de voet en zijn regio kijken zien we dat er heel veel beweging mogelijk is, alleen al in de voet zijn er 26 botstukken aanwezig. Al deze 26 botjes/33 gewrichtsvlakken hebben hun eigen vorm en daaraan gelieerd hun eigen functie. De functie van de voet is dan ook geweldig complex te noemen. In de loop van de jaren veranderd ons looppatroon, ons lichaam, en onder invloed van hormonen m.n. bij de dames veranderd er ook nog eens van alles in de collagene structuur, waardoor ook de voet een andere vorm krijgt en dus anders gaan functioneren. Deze veranderingen komen de mobiliteit van de verschillende structuren niet ten goede, waardoor een voet minder beweeglijk wordt, onze stapgrootte verkleind, en de voetfunctie verminderd. En waar iets minder beweegt, moet vaak een aanliggende structuur harder werken.
En zo verloopt het dus die arme peesplaat, een enorme sterke krachtpatser van een structuur, maar vaak ligt er dus al een lange voorgeschiedenis van overbelasting aan ten grondslag alvorens de hij het opgeeft en daadwerkelijk pijnklachten gaat geven.
Hulde dus aan de compensatiemogelijkheden van het lichaam! Waardoor ons de pijn van een fasciitis plantaris enige tijd (maanden? Jaren?) bespaard blijft. Maar dit maakt van een peesplaatonsteking meteen een complex probleem wat een aanpak vereist op verschillende vlakken: zoals:
-aanpassing van het looppatroon, vaak hebben we namelijk niet door dat we in de loop van de jaren steeds kleinere pasjes zijn gaan nemen (waardoor we uiteindelijk, jaren later, schuifelend achter een rollatortje onszelf voortbewegen)..
-verbeteren van de voetfunctie, proberen om zoveel mogelijk de oorspronkelijke functie terug te vinden (kijk maar eens naar de beweeglijkheid en spierkracht in de voet van een jong kind), dat zijn we in de loop van de jaren verloren. Een doorgezakte of juist een hele holle voet, is ook een bepalende factor voor een minder optimaal functionerende voet. En ook de functie van de grote teen wordt veel onderschat, maar is zeer belangrijk voor een juiste afwikkelingen
-verbeteren en versterken van specifieke structuren in de gehele keten, want lopen doe je met het hele lichaam.
-En last but not least: zorgen dat we de peesplaat de mogelijkheid geven om te herstellen.
Met een beetje geluk hersteld een peesplaat bij voldoende rust uit zichzelf, maar denk aan de bovengenoemde factoren die allemaal een rol spelen: vaak heeft de peesplaat gewoon niet de mogelijkheid om te herstellen en wordt het uiteindelijk een chronisch probleem. Het lichaam lijkt de pijn simpelweg niet meer te herkennen om er ‘werktroepen’ naartoe te sturen om de boel te herstellen. Dan wordt het de hoogste tijd om in te grijpen.